Rijden met feiten!
Herken je dit?
1: Je rijdt rond en je twijfelt. Hoe hard mag ik ook alweer? Je gaat dan maar 40 rijden want dat valt mooi tussen 30 en 50 in.
2: Er komt een auto van links en jij stopt toch, gewoon omdat je even niet wist wie er nou voorrang heeft.
3: Je rijdt op een hele brede asfaltweg, je rijdt de straten van rechts gedachteloos vlot voorbij, want het kan nooit dat dit gelijkwaardige straten zijn, dan krijg je een rem ingreep...
Regelmatig rijden leerlingen maar wat rond zonder écht bezig te zijn met het verzamelen van feiten. Je hebt theorie moeten leren met een reden, tijdens het rijden is het je taak om theorie & praktijk samen te laten smelten tot een mooi en duidelijk geheel. Zo weet je altijd hoe situaties in elkaar zitten en hoe het protocol afgewerkt dient te worden. Je twijfel zal dan grotendeels wegvallen en zelf beslissingen maken wordt steeds makkelijker. Leren BORDEN KIJKEN helt je daar al voor 75% mee.
​
Houd rekening met het volgende:
Voor het bepalen van een maximum toegestane snelheid of van voorrang, moet je gebruik maken van feiten! Borden zijn daar bij het beste hulpmiddel.
Het scannen van borden en/of tekens op het wegdek is veel verstandiger, dan op het uiterlijk van een weg afgaan, je kunt hierbij wel eens bedrogen uitkomen. Bijvoorbeeld een brede asfaltweg is niet altijd automatisch een voorrangsweg en ook niet automatisch een 50 weg.
Als je een bord gemist heb kun je voor 85% de toegestane snelheid wel kunt zien aan de inrichting van de weg, maar dat dit niet bij 100% van de straten zal kloppen, omdat er altijd wegen of straten zijn die toch anders zijn ingericht.
Het is slim en heel verstandig om voortdurend ver vooruit en regelmatig om je heen te scannen, zo dat jij jezelf ook tijd geeft om feiten te verzamelen, na te denken en een plan te maken. Beslissen en werken met feiten wordt dan een stuk makkelijker.
Weet dat je te maken hebt met een taakproces wat je voortdurend moet toepassen: Dit begint met Waarnemen, oftewel scannen. Ver vooruit (200m), van links naar rechts en van wegdek tot boven bordhoogte zo dat je niets mist. Ook regelmatig je spiegels mee pakken in je scan zorgt voor een compleet beeld van de situatie. Na het waarnemen krijg je VOORSPELLEN, in dit proces bedenk je wat er waarschijnlijk gaat gebeuren en wat er nog kan gebeuren. Ook maak je daar een plan van handelen bij.
EVALUEREN is de volgende stap, controleren of je plan de juiste is en indien nodig aanpassen. Klopt je plan? dan ga je BESLISSEN en vervolgens HANDELEN, wat wil zeggen dat je de situatie moet oplossen.
Klopt je plan niet? Dan zul je je beslissing moeten veranderen en je handelingen aanpassen aan wat er gebeurt, oftewel je back-up plan treedt in werking. Dit taakproces is iets wat je voortdurend hoort te doen. Pauze houden tijdens het autorijden is er niet bij.


Deze kruising is gelijkwaardig omdat er géén borden bij staan.
Op deze brede asfaltweg mag je toch maar 30 km per uur, omdat dit binnen een 30-zone ligt.
