Motorkennis
1: Koelvloeistof - deze vloeistof koelt je motor tot zijn ideale temperatuur, namelijk 90 graden.
De koelvloeistof mag niet onder minimum en niet boven maximum zitten. Niet tijdig bijvullen leidt tot oververhitting van de motor.
2: Oliepeil stok. Met deze stok meet je hoe veel olie er in de motor zit. Bij te weinig olie in je motor zal deze vastlopen. Olie peilen doe je met een koude motor of als je net hebt gereden na een kwartiertje.
3: Olie vuldop. Hier vul je de olie bij als het te laag staat. Je giet het als ware rechtstreeks boven in de motor. Check altijd even welke olie er in je motor moet, dat is onder andere belangrijk voor de juiste werking (en smering) van de motor en voor de garantie als je een nieuwere auto hebt..
4: Remvloeistof. Liever niet zelf bij vullen, maar als het écht niet anders kan: Alles rondom de dop poetsen vóór je het open draait. Alléén een nieuw flesje remvloeistof gebruiken én het type remvloeistof even opzoeken op de dop of in het autoboekje.
5: Accu. Dit is je batterij! Check dat er geen corrosie op de accupolen zit. Rood is + en zwart is -.
Zie je geen - op de accu? Dan is het metaal van je auto chassis je -.
6: De ruitenwisservloeistof. Vullen tot bovenin en zorg dat je het regelmatig nakijkt, óók in de winter!
Alle technische informatie kun je vinden in het autoboekje. Dit is als het ware de gebruiksaanwijzing van je auto. Check vloeistoffen het beste als de motor nog koud is, warme vloeistof zet namelijk uit en dan krijg je geen 100% correcte meting.
Bij iedere auto ziet het er anders uit onder de motorkap toch kun je makkelijk alles vinden als je naar de tekentje op de vuldoppen kijkt (zie algemene kennis).
Motorkap open maken:
* Open de bestuurdersdeur en kijk links onder waar de hendel zit. Trek aan deze hendel om de eerste vergrendeling los te maken en loop daarna naar de voorkant van de motorkap. In het midden van de motorkap (net boven het logo) steek je je hand er onder en voel je een hendeltje (2e vergrendeling) die je in kunt drukken. Til de motorkap met deze hendel ingedrukt omhoog. Haal de steun stok los en plaats deze in het daarvoor bestemde gat om de motorkap omhoog te houden.
Ben je klaar met je controles? haal de stok weer los en leg hem terug in de klem, breng dan de motorkap voorzichtig omlaag en leg hem neer. Leg daarna je handen op de motorkap boven de 2e vergrendeling en druk de motorkap goed dicht. Sommige mensen laten de motorkap in de vergrendeling dichtvallen van zo'n 10 tot 20 cm hoogte. Dit is echter slecht voor je lampen dus niet aan te raden.
​
​
links naast de bestuurders portier
midden onder de motorkap
De vergrendeling zelf
In de binnenkant van de motorkap